zondag 31 oktober 2010

Geen tijd


Ik kijk op mijn telefoon en zie dat het daar twaalf uur is terwijl mijn computer elf uur zegt. Ik ontkom er niet aan om in de toekomst te blijven leven. In Jeruzalem is de wintertijd nog niet ingegaan waardoor er een tijdsverschil is ontstaan. Wintertijd of geen wintertijd, ik sta om 8 uur op voor mijn Falafel ontbijt en het dagelijks bezoekje aan het Jeruzalem hotel voor twee koppen Arabische koffie. Hierna ontmoet ik Amer met zijn assistent van het theater voor een ritje naar de woestijn in Jericho.
We rijden over de ver uitgestrekte heuvels van grove stenen. We negeren de borden die ons vertellen deze weg niet te betreden. We nemen het risico een afgrond in te rijden of door het leger aangehouden te worden want de wens bij die ene bijzondere plek in de woestijn te komen is te groot. We stappen uit en bewandelen de plek zonder tijd. De plek van stilte. De plek waar alles lijkt te zijn uitgestorven maar over de heuvel verschijnt daar een groene boom in het dal. De enige boom in de wijde omtrek. De enige vruchtbare plek op dit gebied. Hier kun je alles een moment vergeten, zowel toekomst als verleden. Hier beleef je. Wanneer we de auto terug in stappen rijden we weer terug de tijd in. 
Opnieuw gaan we naar een toneelvoorstelling die ditmaal is gericht op een ouder publiek. Dit betekent nog meer tekst en nog minder begrijpen. Ik zie een schaduw spel, er wordt gezongen en gesproken. Ik begrijp er geen barst van. Geen idee waar het zich afspeelt of in welke tijd maar toch voel ik met de personages mee. De actrice geeft mij een gevoel zonder dat ik iets van haar woorden hoef te begrijpen. Ik kijk naar deze vrouw die mij net als de woestijn even op reis neemt, weg van het verleden, weg van de toekomst naar een plek waar je beleeft. 









zaterdag 30 oktober 2010

Herinneringen


Ik wacht en ik wacht. Mijn onderwerp ‘tijd’ wordt hier nog maar eens op de proef gesteld. Wanneer dit in Nederland zou gebeuren dan zijn direct de poppen aan het dansen. Ik moet het maar voor lief nemen. Het is 13:45 en ik had om 13:00 afgesproken met Amer. Gelukkig heb ik mijn computer bij mij en kan ik voor de twintigste keer mijn email, facebook en skype checken. Ook hier wacht ik op een berichtje van wie dat ook mag zijn. Het is een grauwe dag en zo voelt het ook in mijn buik en hoofd. Elke dag falafel eten is mijn lichaam niet gewend maar misschien heeft het ook iets te maken met mijn chronisch slaap tekort. De cd in het café blijkt op repeat te staan wanneer ik opmerk hetzelfde nummer nu vijf keer gehoord te hebben. Het is 14:00. Hoelang zal ik nog wachten? Een vrolijk melodietje klinkt wanneer ik hem opbel gevolgd door zijn voice-mail. Ondertussen zit ik al twee uur in een café waar ik slechts twee koffie heb gedronken. Nog maar een koffie of gewoon wat meer fooi geven? Dan eindelijk een telefoontje, binnen 15 min is hij er! 30 minuten later komt hij het café binnen.
We lopen naar de begraafplaats van zijn vader. Een plek waar zijn hele generatie ligt begraven en ook hij zal komen te liggen. Het is een plek die hij vaker met zijn kinderen of moeder bezoekt. Zijn moeder gelooft dat ze later bij hem terug zal komen. Amer verteld hoe het geloof een houvast voor zijn moeder kan zijn doordat zij nu bijvoorbeeld makkelijker het verlies kan accepteren. Zelf is hij ondanks zijn opvoeding in een christelijk koor en zijn ouders die Moslim zijn, niet gelovig. Hij gaat met zijn kinderen wel naar de Moskee omdat zij hier om vragen. Uiteindelijk moeten zij zelf ontdekken waar ze in geloven.
We stappen de kleine repetitie ruimte binnen. Nu zal het dan echt gaan beginnen. De eerste keer op de spelvloer gaan is altijd een spannende stap. Op de weg naar de repetitieruimte vertelde hij over zijn eerste ervaringen als kind op het toneel. Ik vraag hem deze gebeurtenis opnieuw aan mij te vertellen maar dit uit een fotolijstje te halen. Een fotolijstje dat er voor mij leeg uitziet. Hij begint te vertellen en gedurende zijn verhaal wordt hij langzaam weer het kind. Ik laat hem de scene opnieuw spelen maar nu met de vraag te beginnen vanuit een norse man. De man waar hij eerder over sprak die het kind in hem is verloren. Het is de verjaardag van deze norse man en ik geef hem het fotolijstje cadeau waarin hij zich verliest in de herinnering. Een uur repetitie lijkt hier gewoon te zijn. Ik zie hoe Amer nadenkt over het materiaal dat vandaag is ontstaan. Hij heeft tijd nodig om alles te laten bezinken maar de eerste stap is gemaakt.
We gaan als afsluiting naar een poppen voorstelling voor kinderen. De voorstelling verteld over een Palestijns meisje dat droomt over Israëliërs die op haar deur aankloppen. Ze doet open en de sleutel om haar nek, van het huis wordt gestolen. Wanneer ze later wakker wordt hoort zij iemand op de deur kloppen. Zij weet dat ze nu niet open moet doen aangezien het de Israëliërs zijn. Vol verbazing kijk ik naar de voorstelling die voor kinderen is gemaakt. De Israëliërs worden met gekke stemmetjes nagedaan. Van jongs af aan krijgen de kinderen met dit stuk al mee dat je moet uitkijken voor de Israëliërs. De kinderen gaan er volop in mee en schreeuwen ‘achter je, achter je’ wanneer de sleutel opnieuw verschijnt. Helaas is deze weer verdwenen wanneer ons hoofdpersonage achterom kijkt. 
 








vrijdag 29 oktober 2010

Eeuwig


Ondanks de enorme afstand werk ik vandaag zowel voor projecten in Nederland als het project in Jeruzalem. Ik begin te wennen aan de omgeving en heb mijn plekje gevonden in een café om te werken. Helaas blijken de afspraken om een locatie en een koor te bezoeken te zijn uitgesteld. Iets dat hier wel vaker voor komt. Deze dag gebruik ik om in mijn eentje de stad te verkennen. Om direct een goed overzicht te krijgen van de stad neem ik een trap in een kerk die mij door een reeks aan fotolijsten naar het dak leidt. Hier zie je hoe alle kerken en moskeen nog geen 20 meter van elkaar verwijderd zijn.
Ik loop naar een begraafplaats waar ik in gesprek raak met een Christen. Hij verteld over Jehova, zijn zoon Jezus en de bijbel. Hij verteld hoe zijn geloof ‘de liefde’ vertegenwoordigd, waarna ik vraag of andere geloven hier ook niet naar streven en naastenliefde ook betekent dat men andere geloven moet respecteren. De Fransman, die in Jeruzalem voor drie maanden zijn geloof wilt volgen en prediken, kiest ervoor zijn joker in te zetten en begint over een andere passage uit het heilig boek. Wilt men een gesprek dan moet je open staan voor een dialoog en ook jezelf in twijfel trekken. 
Ik vraag mij af of iemand dat hier doet. Wanneer ik op mijn terug weg links van mij een man met een keppeltje met zijn gesluierde vrouw zie lopen en rechts van mij twee mannen in zwarte gewaden met een enorme hoed op hun hoofd, weet ik mijn antwoord.

Terwijl het weer tijd is voor de invasie van de katten denk ik aan iemand van thuis. Een persoon die ik mis. Hoewel ik diegene een aantal uur geleden nog heb gesproken voelt het als een paar dagen geleden. De katten moet ik ondertussen voordurend van de tafel gooien aangezien ze allemaal veel interesse in mijn computer tonen. Ik krijg een berichtje van een van de mensen waar we gister ochtend nog een thee mee dronken in Nablus. We chatten en hij verteld dat hij blij is dat hij nu een vriend heeft in Nederland. Ik bevestig dit oprecht maar weet ondertussen dat de tijd het zal leren. 
Wanneer je iets wilt onderhouden moet je er tijd voor maken en een grotere afstand maakt deze opgave alleen nog maar lastiger.
Ik kijk naar de maan die als een schip in de lucht ligt. Morgen komt de zon weer op. Ik denk aan de verschillende geloven die hier naast elkaar leven. Zij geven hun gedachten door aan hun kinderen wat lijkt door te gaan als een eeuwige cyclus. Als er niet iets anders gebeurd dan de afgelopen eeuwen dan komt de zon weer tevoorschijn. De Romeinen geloofde in Apollo, De grieken in Helios, de moslims verklaren het met Mohammed, Christenen met God en het Boedisme met Boedha. Uiteindelijk geven zij een verklaring aan het onverklaarbare. Een verklaring aan iets dat grootser is dan ons eigen korte leven. Ik ga naar bed en als er niet iets anders gebeurd dan de afgelopen 21 jaar dan zie ik ook deze zon weer opkomen. 

donderdag 28 oktober 2010

De vergeten gebieden


Aangezien mijn blog ook een link heeft met tijd is een rust dag niet zo gek. Als compensatie vier foto’s i.p.v. twee.
Grote betonnen muren scheiden ons zicht. Vanuit hier is het makkelijk om aan de andere kant van de muur te komen. Bij het terug gaan kunnen er problemen ontstaan, kom je dan te dicht bij een muur op een plek waar het niet mag, dan is het einde snel in zicht. We rijden met een klein busje de douane door; gebied A in. Het gebied waar Israëliërs alles onder controle hebben. Langzaam komen we bij gebied B en C waar de Palestijnen steeds meer vrijheid krijgen met hun eigen systeem. De bezetting wordt nu pas echt duidelijk. Wanneer ik rechts uit mijn raam kijk zie ik zwarte water bassins op de mooi geordende huizen. Kijk ik links zie ik witte water bassins op schots en scheven huizen die van de Palestijnen zijn. De huizen zijn hoog, aangezien er meerdere woningen op elkaar zijn gebouwd. Er is niet meer ruimte. Op de toppen van de bergen kleine nederzettingen van de bezetters. Zij breiden hun gebied uit. De gebieden waar we door heen trekken blijken zeer gevaarlijk te zijn volgens veel Israëliërs. Je zou worden verkracht en beroofd. Eenmaal in het eerste stadje gekomen kom ik de meest vriendelijke mensen tegen die niet alleen willen verkopen maar ook gewoon uit beleefdheid gedag zeggen. De omgeving daarin tegen is kil. Straten liggen open, huizen staan leeg en zijn maar half af. De tijd lijkt hier soms even stil te staan. We rijden verder naar ons onze eind bestemming; Nablus. 

Een korte rondleiding door het stadje brengt ons door straatjes van slechts een halve meter breed, achtervolgd door een grote groep kinderen die merkte dat er vreemdelingen aanwezig waren. We zien door een raam nog de kogelgaten van een week geleden in het plafond zitten. Hier wonen zo’n 11000 mensen op 700m2. Onze tour is gelijk een promotie voor de performance van vanavond. Iedereen weet dat er wat staat te gebeuren. 
Wanneer de eerste jongeren het kleine gebouw binnen komen stellen we ons aan elkaar voor en laten wat horen of zien wat de ander kan. Daaruit ontstaat al snel een aantal improvisaties en ideeën die we verder uit werken. Officieel zijn we nog niet begonnen maar we zijn al volop bezig, alles ontstaat vanzelf. Een van de jongens met een Pink-Floyd t-shirt probeert ons Engels te vertalen of het wordt opgelost met gebaren. Dit zijn van die momenten waarop je in een dag een jaartje ouder bent geworden. Naast de chaos die geregeld moet worden weet ik nu al dat dit herinneringen worden die ik altijd mee zal dragen. De tijd raast voorbij waarop het ineens al 19:00 blijkt te zijn. De show gaat van start. Eerst speelt een Frans kamerorkest gevolgd door een aantal gitaristen en dichters. Dit alles vind plaats onder koude tl verlichten waar soms wat theater licht bij in springt, terwijl het licht van de zaal nog half aan staat.
Vervolgens zijn wij aan de beurt. Hoewel er van alles mis gaat staat er hier toch iets op het podium dat we met zijn allen in een paar uur in elkaar hebben gezet. Van break-dance en improvisaties tot sketches en Westerse/Arabische muziek. Op momenten valt horen we alleen maar ruis door de boxen maar de man die het theater runt schrijft zowel zijn subsidie aanvragen als dat hij gastheer is terwijl hij ook de techniek doet bij de voorstelling. Misschien net twee taken te veel. Binnen dertig minuten is deze dag dan weer voorbij met een buiging. De kinderen vragen of we terug komen waarop ik het antwoord al weet. Ik zeg dat ik deze dag geweldig met hun vond, iets dat recht uit mijn hart komt. Een van hen kijkt mij aan en zegt voor de 6de keer hoeveel hij van mij houd.

De volgende dag lopen we in de vroege morgen nog even door het stadje heen. Naast al het afval op de grond en de kippen in de kleine kooitjes zien we op de muren posters van Palestijnen die zijn omgekomen. Met hun machine geweren worden zij hier geprezen als helden. We nemen de bus terug naar de douane waar we nu zelf als dieren door een hekken constructie moeten. Na een half uur wachten voor een van de hekken wordt ons paspoort en bagage gecontroleerd waarna we weer welkom zijn. Twee soldaten komen ons te gemoed. Zij dragen de moderne machine geweren waar ik mee schoot in mijn computergames. Dit zijn de mensen die het leven elkaar zuur maken maar wanneer ze langs ons komen en de gitaar zien zegt een van hen: Pink Floyd?



















dinsdag 26 oktober 2010

Leeg


In eerste instantie zou het goed zijn geweest deze bladzijde leeg te laten aangezien een groot deel van de dag zo gevoelt heeft. Bij het kraaien van de haan onwak ik er niet aan ook te ntwaken. Het is acht uur, de zon schijnt zijn eerste lichtstralen de kamer binnen waaronder op mijn gezicht. Met een lamlendig lichaam alsof ik een enorme kater heb lopen we naar Eyad. De jongen van het hostel heeft voor ons een mooie deal kunnen maken waardoor wij dachten dat we voor slechts 240 Sjekel (50 euro) naar de dode zee konden gereden worden. Eenmaal aangekomen verteld de chauffeur dat hij op ons wacht. Wij zeggen dat dit wel zo’n vier uur kan duren maar door zijn gebrekkig engels lijkt het alsof we elkaar niet begrijpen wat later ook het geval blijkt te zijn.
Morgen rijden we al om 8:00 in de morgen naar Nablus, een vluchtelingenkamp in de Westbank. Hier zullen we overnachten bij een gast gezin en een performance maken voor de mensen die daar wonen. Het armoede contrast zal nog groter zijn nu we op de toeristische plek zijn aangekomen bij de dode zee. Ongemakkelijk manoeuvreren we ons tussen de parasollen en ijstenten, opzoek naar een rustige plek die er niet is. Om ons heen het voordurend Amerikaans accent met op de achtergrond popsongs die toch overal ter wereld het zelfde klinken. Uiteindelijk konden we niets anders doen dan ons zelf er aan over te geven. Verstand op nul, de Hawaï zwembroek aan en drijven maar terwijl de tijd langzaam verstrijkt. Dit zal het Palestijnse tijdsbesef zijn.
De zon neemt zijn lichtstralen mee achter de horizon. Eyad staat als afgesproken op ons te wachten. Moe van de zon en het niets doen zitten we terug in de auto naar Jeruzalem maar ergens klopt er iets niet. Alles wordt meteen duidelijk wanneer we uitstappen en wij ons 240 Sjekel erbij pakken. ‘Sjekel? Dollars!’. De discussie brand los en de jongen van het hotel wordt opgebeld. Uiteraard kon dit niet zo gemakkelijk aflopen. Geen van de partijen geeft toe een fout te hebben begaan. We lopen samen naar het hostel om in gesprek te gaan. Uiteindelijk blijkt alles op een misverstand te berusten. Zowel wij hadden beter moeten kijken als dat zij duidelijker naar ons moesten zijn. Toch krijgt Eyad, bijgelegd door de hotel manager, zijn geld. De dag is als een waas beleefd. Ik lees email berichten over projecten in Nederland en herinner mij niet meer of en wanneer ik mensen heb terug gemaild. De twee dagen Jeruzalem en de korte nachten beginnen zijn werk te doen. Tel daarbij op een dagje ultiem toerist zijn in de dode zee en je hoofd is leeg. Slapen is de enige remedie. 









maandag 25 oktober 2010

De geboortedag


Merlijn heeft afgesproken met een actrice om elf uur. Ik ga mee aangezien een uur later ook ik mijn acteur kan ontmoeten. Om twaalfuur verschijnt de actrice. Ondertussen probeer ik nogmaals een helder concept op papier te zetten terwijl Luuk voordurend om aandacht vraagt. Luuk ziet helaas niet dat wij aan het werk zijn en dat wij daarom niet de behoefte hebben om met hem in gesprek te gaan of een ochtend biertje te proosten. Om kwart over 12 verschijnt Amar, mijn acteur. Ik vertel hem over het onderwerp dat mij interesseert en al snel raken we in gesprek over het tijdsbesef in Jeruzalem. ‘Een uur te laat komen is niet zo gek’. Mensen proberen hier soms jaren lang dingen te bereiken die maar niet willen lukken. Op den duur slaat de vermoeidheid toe en ontbreekt het men aan noodzaak om überhaupt nog iets te ondernemen. Ik besef mij dat ik terecht ben gekomen in de omgekeerde wereld. Hier leeft men alles behalve met een planning. Amar die ook vaker in Europa projecten heeft gedaan ziet zeer duidelijk deze cultuur verschillen. Hij vecht in zijn land om de tijd en daarmee indirect de ander te respecteren. Hij verteld dat dit de eerste keer is dat hij überhaupt denkt aan onze ontmoeting. Leef met de minuut, lijkt de instelling hier te zijn. Als je de deur uit gaat hoeft dat niet te betekenen dat je vanavond weer terug bent. We spreken verder over verjaardagen, de geschiedenis van Jeruzalem en de vormen van tijd in muziek. Hij stelt mij voor om een deze dagen naar de woestijn te reizen, de plek waar geen tijd lijkt te bestaan, en deze avond opnieuw af te spreken om verder te praten. Misschien is het zelfs mogelijk om naar een verjaardag te gaan die op zijn ‘planning staat’. Bij het verlaten van het restaurant zie ik nog net hoe Luuk in zijn stoel slaapt naast zijn lege glas bier. Voor dat we aan de slag gaan hebben we nog enkele momenten waarop we de stad kunnen bekijken. Ik maak gebruik van dit moment en bezoek de plek waar jaar na jaar mensen heen komen; de klaag muur. Het is een van de plekken in Israel waar de traditie er van af spat.
In de avond ontmoet ik opnieuw Amer. Ik gooi een aantal onderwerpen op en stel vragen over de verjaardagen die moslims niet blijken te vieren, zijn toekomst dromen en herinneringen als kind. De eerste concrete ideeën worden geboren. Hij probeert zich het eerste nummer te herinneren dat hij als kind zong. Een christelijk lied geleerd als een Palestijn. Ik kijk naar deze man die voor mij zit. Ik weet nog zo weinig van hem maar deze eerste ontmoeting op deze ene dag voelt goed. Ik zou best wel eens wat meer de Palestijnse mentaliteit mogen hebben en dus zeg ik tegen mijzelf zeer blij te zijn met vandaag. We proosten, op een goed begin.









zondag 24 oktober 2010

Dag 0


18:20, ik zie hoe binnen enkele minuten het land dat Nederland heet verdwijnt onder een dikke laag mist. Ik sluit mijn ogen en herinner mij de ochtend waar ik veel te vroeg op stond. De middag waar we na de tweede bus erachter kwamen dat er op zondag geen bus langs het vliegveld komt. De zon die de horizon raakt op het moment dat we het vliegtuig in stappen. De eeuwen oude tradities worden langzaam al zichtbaar. Kinderen met een keppeltje en aan weerzijde van het hoofd twee krullen. Ik pak mijn ‘toeristenboekje’ erbij en lees opnieuw over de lange geschiedenis van Jeruzalem. Bij het lezen blijf ik mij verbazen over hoe gevangen een mens kan zitten in zijn denkbeeld. De geschiedenis lijkt voor vele maar niet een gepasseerd station te kunnen zijn en de zoektocht naar een vreedzame samenleving, zoals dat voor tweehonderd jaar het geval was, lijkt hiermee een onbegonnen zaak.
Onderhand zijn we zes koffie, twee films en een avondmaal verder; Het normale tijdsbestek dat ik uitbesteed bij het schrijven van een stukje voor mijn blog. Opzoek naar mooie woorden en formuleringen om eigenlijk zeer simpele gebeurtenissen te vertellen. Natuurlijk maak ik het mijzelf weer onnodig lastig aangezien ik elke zin wil koppelen met mijn onderwerp ‘tijd’ – iets wat hoogstwaarschijnlijk alleen ik mee krijg. Zou er überhaupt iemand zijn die 'de tijd' heeft om dit bericht te lezen? Zou ik zelf wel iedere dag twee minuten hebben om een blog te volgen? Ik vind het al lastig om iedere dag de krant te lezen.
1:30. Aankomst in Israel/Palestina. Nog geen 10 meter verder begint het eenrichtingsvragen rondje. Wat doe je hier? Waarom wil je hier heen? Waarom naar Jeruzalem? Hoelang blijf je hier? Na drie controle posten te hebben doorstaan kunnen we concluderen dat we veilig zijn aan gekomen. Na een korte onderhandeling worden alle tassen in een taxi gepropt en rijden we door het landschap belicht met een doffe oranje kleur. Om de tijd te verdrijven speel ik een kort lied op mijn gitaar voor de chauffeur. Na een kleine drie kwartier komen we aan bij het oude gedeelte van Jeruzalem en daar, tussen de kleine verlaten straatjes, waar soms een straat kat overloopt of een bewaker lawaai maakt, ontmoeten we een bekend gezicht uit Nederland. Merlijn begeleid ons naar het hostel waar we eenmaal aangekomen direct zien in wat voor tijd wij leven. De computers worden uit de tassen gepakt en er wordt er flink op los ‘gefaceboekt’. Ik schrijf gestaag verder aan dit stukje tekst. 2:00. Ik sluit opnieuw mijn ogen. Langzaam droom ik weg in gedachten aan vandaag en morgen.

zaterdag 23 oktober 2010

Proloog: Tomorrow


Zaterdag 17:00. Over een kleine 24 uur zal ik onderweg zijn naar het land waar onze jaartelling is begonnen. Waar gedroomd wordt over verleden en heden. Een land waar verleden en heden onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Jeruzalem. Nog eenmaal loop ik mijn planning door voor morgen:
-       De wekker gaat zeer vroeg af zodat ik er zeker van kan zijn mij niet te hoeven haasten.
-       Zoals altijd op belangrijke dagen verslaap ik mij, maar ik heb alsnog genoeg tijd zodat ik niet direct in de stress hoef te schieten.
-       Ik sta te lang onder de douche maar vertrek uiteindelijk precies op tijd als gepland.
-       Halverwege kom ik er achter dat ik mijn paspoort vergeten ben waardoor ik alsnog terug naar huis moet rennen met een overvolle tas op mijn rug. 
-       Het rennen was voor niks aangezien de trein een vertraging heeft, waardoor ik mij vervolgens in de trein druk kan gaan maken of we wel op tijd komen voor het inchecken. 
-       Opnieuw wachten we aangezien ook het vliegtuig een vertraging heeft.
Ik zou op deze manier mijn gehele reis kunnen plannen maar veel opleveren zal het niet. Toch blijf ik lijstjes in mijn hoofd maken aangezien ik naar hou vast zoek. Meestal vind ik dat in de performance die ik ga maken maar nu is niks zeker en kan alles gebeuren. Het enige dat ik weet is dat ik met een lokale acteur/zanger van veertig jaar oud zal gaan werken, iets waar ik zelf om gevraagd heb. Verder is er alle vrijheid en kan ik doen wat ik wil. Perfect zou je zeggen als ik niet zo’n controle freak zou zijn geweest. Natuurlijk kan ik maken wat ik wil maar wil ik geen performance van Robin Coops over Robin Coops maken dan moet ik in het moment durven te leven en de ontmoeting in Jeruzalem zijn werk laten doen. Ik loop op het moment over van ideeën maar ondanks dat ik deze met al mijn energie heb op geschreven hoeft dit alles niks van doen te hebben met de persoon die ik ga ontmoeten.
De ‘tijd’ zal het leren en zal daarom tevens het start punt zijn van mijn onderzoek. De tijd waar ik altijd op vooruit loop maar mijzelf nu dwing ermee te leven. Misschien is het zelfs mogelijk de tijd even te bevriezen zodat het moment van deze ontmoeting of van de performance zelf volledig kan worden gevoelt.
Zaterdag 18:00. Opnieuw denk ik na over de toekomst: wat neem ik mee naar Jeruzalem? Ik pak mijn planning erbij van vandaag. Ik kijk er naar en streep vervolgens alles door wat er op staat. Daarna schrijf ik slechts een zin op het blaadje; Leef in het moment. 
Het avontuur kan beginnen.