vrijdag 29 oktober 2010

Eeuwig


Ondanks de enorme afstand werk ik vandaag zowel voor projecten in Nederland als het project in Jeruzalem. Ik begin te wennen aan de omgeving en heb mijn plekje gevonden in een café om te werken. Helaas blijken de afspraken om een locatie en een koor te bezoeken te zijn uitgesteld. Iets dat hier wel vaker voor komt. Deze dag gebruik ik om in mijn eentje de stad te verkennen. Om direct een goed overzicht te krijgen van de stad neem ik een trap in een kerk die mij door een reeks aan fotolijsten naar het dak leidt. Hier zie je hoe alle kerken en moskeen nog geen 20 meter van elkaar verwijderd zijn.
Ik loop naar een begraafplaats waar ik in gesprek raak met een Christen. Hij verteld over Jehova, zijn zoon Jezus en de bijbel. Hij verteld hoe zijn geloof ‘de liefde’ vertegenwoordigd, waarna ik vraag of andere geloven hier ook niet naar streven en naastenliefde ook betekent dat men andere geloven moet respecteren. De Fransman, die in Jeruzalem voor drie maanden zijn geloof wilt volgen en prediken, kiest ervoor zijn joker in te zetten en begint over een andere passage uit het heilig boek. Wilt men een gesprek dan moet je open staan voor een dialoog en ook jezelf in twijfel trekken. 
Ik vraag mij af of iemand dat hier doet. Wanneer ik op mijn terug weg links van mij een man met een keppeltje met zijn gesluierde vrouw zie lopen en rechts van mij twee mannen in zwarte gewaden met een enorme hoed op hun hoofd, weet ik mijn antwoord.

Terwijl het weer tijd is voor de invasie van de katten denk ik aan iemand van thuis. Een persoon die ik mis. Hoewel ik diegene een aantal uur geleden nog heb gesproken voelt het als een paar dagen geleden. De katten moet ik ondertussen voordurend van de tafel gooien aangezien ze allemaal veel interesse in mijn computer tonen. Ik krijg een berichtje van een van de mensen waar we gister ochtend nog een thee mee dronken in Nablus. We chatten en hij verteld dat hij blij is dat hij nu een vriend heeft in Nederland. Ik bevestig dit oprecht maar weet ondertussen dat de tijd het zal leren. 
Wanneer je iets wilt onderhouden moet je er tijd voor maken en een grotere afstand maakt deze opgave alleen nog maar lastiger.
Ik kijk naar de maan die als een schip in de lucht ligt. Morgen komt de zon weer op. Ik denk aan de verschillende geloven die hier naast elkaar leven. Zij geven hun gedachten door aan hun kinderen wat lijkt door te gaan als een eeuwige cyclus. Als er niet iets anders gebeurd dan de afgelopen eeuwen dan komt de zon weer tevoorschijn. De Romeinen geloofde in Apollo, De grieken in Helios, de moslims verklaren het met Mohammed, Christenen met God en het Boedisme met Boedha. Uiteindelijk geven zij een verklaring aan het onverklaarbare. Een verklaring aan iets dat grootser is dan ons eigen korte leven. Ik ga naar bed en als er niet iets anders gebeurd dan de afgelopen 21 jaar dan zie ik ook deze zon weer opkomen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten